1 Schrap de peen, snijd in kleine blokjes en snipper de sjalotten. Snijd de pancetta fijn.
2 Verhit de helft van de boter in een hapjespan of koekenpan en bak de sjalotten, peen en pancetta 5 min. op middelhoog vuur. Voeg op hoog vuur de rode wijn, wildfond, de helft van de tijm en de laurier toe. Breng aan de kook en laat op hoog vuur in 10 min. inkoken tot de helft. Neem van het vuur en zeef de saus. Zorg dat je 350 ml overhoudt (voor 4 personen).
3 Snijd de korst van de ontbijtkoek en snijd de koek in zo klein mogelijke stukjes. Dep het vlees droog met keukenpapier en bestrooi met peper en zout.
4 Verhit de rest van de boter in een koekenpan op middelhoog vuur en bak de filets in 4 min. bruin en rosé. Keer halverwege. Neem het vlees uit de pan en laat 5 min. afgedekt onder aluminiumfolie rusten.
5 Verwarm ondertussen de saus op laag vuur en voeg de ontbijtkoek toe. Roer met een garde tot de saus glad is. Snijd de hazenrugfilets in schuine plakjes van ca. 1 cm dik en serveer met de saus. Garneer met de rest van de tijm.