Vervang het traditionele gehakt eens voor een wildzwijnschouder- of buik en maak deze heerlijke hamburger. Vraag je poelier om een stuk wild zwijn voor je te malen €“ zorg ervoor dat het goed met vet gemarmerd is, want dat levert de beste burgers op. 1 Kneed het gehakt met je handen in een kom om het vet kleiner te maken €“ dat werkt als natuurlijk bindmiddel en geeft het gehakt samenhang. Verdeel het in vier porties, rol elke portie tot een bal en druk die plat tot een schijf van circa 1 cm dik: maak de burgers iets groter dan de broodjes (ze krimpen tijdens het bakken) en leg ze 30 minuten in de koelkast. 2 Verwarm de oven voor op 120 ºC. Meng de brown sauce, worcester- en tomatensaus in een kleine kom door elkaar €“ pas de hoeveelheden naar smaak aan €“ en roer de sjalot erdoor. 3 Snijd de broodjes horizontaal doormidden en leg ze op een bakplaat. Rooster ze 8€“10 minuten in de oven. Verhit intussen een kleine beetje olijfolie in een grote koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog tot hoog vuur. Bak de burgers ongeveer 4 minuten per kant, of tot ze gaar zijn. bestrooi ze daarbij met flink wat zout en peper. 4 Zet je burgers in elkaar: bestrijk de onderste broodjeshelften met de sjalotsaus, leg er wat plakjes knapperige appel op, gevolgd door de burger en een plakje blauwe kaas. Voeg tot slot wat waterkers toe en serveer meteen.