1 Verwarm de oven voor op 200°C. Kruid de rosbief met peper en zout. Smelt een klontje boter in een pan en braad hierin de rosbief rondom rond mooi bruin. Laat het vlees wat afkoelen. Prik de zoete aardappelen in met een vork, bestrijk ze met olijfolie en leg ze in een ovenschotel. Bak ze 35 minuten in de oven.
2 Hak de jeneverbessen samen met de notenmengeling fijn. Wrijf het vlees lichtjes in met losgeklopt eiwit en paneer met de notenmengeling.
3 Doe de druiven van hun takje en leg ze in een kleine ovenschotel. Sprenkel er olijfolie, peper en zout over. Vet een braadslede in met boter, leg de rosbief erin en plaats samen met de druiven gedurende 25 minuten in de oven.
4 Haal de aardappelen uit oven. Snijd de aardappelen half open en laat wat afkoelen. Meng de helft van de geitenkaas met de room, het kaneelpoeder, de nootmuskaat en 1 el honing. Haal voorzichtig het meeste kruim uit de aardappelen en meng die door de geitenkaasmengeling. Vul er de aardappelen opnieuw mee op. Haal de druiven uit de oven. Werk de aardappelen af met de druiven en de rest van de geitenkaas. Sprenkel er nog wat honing over en zet ze nog 5 à 10 minuten in de oven.
5 Neem de rosbief uit de braadslede en houd warm onder aluminiumfolie. Snipper de sjalotten. Smelt de rest van de boter en fruit de sjalotten glazig. Strooi er de bloem over. Blus met de fond, de rode wijn en de porto. Laat nog even inkoken tot sausdikte.
6 Snijd de rosbief in plakjes. Serveer met de gevulde zoete aardappel, de rode wijnsaus en wat frisse rucola.