1 Los de gist op in het lauw water. Splits de eieren. Klop de eiwitten stijf met de vanillesuiker.
2 Meng de bloem met de lauwe melk en doe er de eierdooiers bij. Roer glad en voeg er het gistpapje aan toe en daarna de gesmolten boter. Roer weer glad en spatel de eiwitten luchtig door het beslag. Laat afgedekt 25 minuten rijzen op een warme plaats.
3 Klop de room stijf met het poedersuiker, zet tot aan gebruik in de koelkast. Giet een scheutje olie in de pan en zet deze op een hoog vuur. Doe een beetje maïs in de pan tot de bodem van de pan bedekt is (de popcorn wordt 8 keer groter in volume). Zet meteen het deksel op de pan. Als je de eerste maïskorrels hoort poffen, zet je het vuur wat lager. Schud de pan regelmatig om te vermijden dat de popcorn verbrandt. Kijk niet onder het deksel, maar laat de maïs poffen tot het stil wordt. Zet dan het vuur volledig uit. Wacht nog twee minuutjes tot de laatste korrels gepoft zijn. Bestrooi naar smaak met wat suiker. Schep de warme popcorn uit in een kom en meng met de amandelschilfers. Verwarm de boter en de bruine suiker in een pannetje. Roer er de room door. Neem van het vuur af en meng met het vanille-extract en het zout. Laat de crème afkoelen tot kamertemperatuur.
4 Bak de wafels in een wafelijzer met grote ruiten mooi goudbruin. Bestrooi met poedersuiker en serveer met slagroom, karamelsaus en popcorn.
Brusselse wafels met popcorncrumble is een recept van Libelle Lekker