1 Week de gedroogde pruimen een nacht in water. Giet af en doe samen met het aanhangend vocht, de gember en een snuifje kaneel in de blender. Mix fijn tot een smeuïge massa.
2 Verkruimel de gist samen met 1 eetlepel suiker in de lauwe melk, roer goed los.
3 Doe de bloem met de boter, 1 eetlepel suiker en het ei in een kom. Maak in het midden een kuiltje en roer er de opgeloste gist in los. Kneed goed tot een glad deeg. Laat afgedekt 1 uur op kamertemperatuur rusten. Verwarm intussen de oven voor op 180°C.
4 Klop de eidooier los met de room. Kneed het deeg nog een keer goed door en rol uit tot een rechthoek van ± 25 x 35 x 2 cm. Bestrijk met de pruimenvulling, rol op en snij in plakken van ± 1,5 cm. Leg ze op een met bakpapier bekleed bakblik, bestrijk met de losgeklopte eidooier en schuif 25 minuten in de oven.
5 Laat de pruimenbroodjes afkoelen op een rooster en serveer ze met koffie of thee. Bestrooi eventueel met poedersuiker.