1 Verwarm de oven voor op 200°C. Breng de boter samen met 150 ml water en een snuifje zout aan de kook in een steelpannetje. Doe er de bloem bij en blijf roeren met een houten lepel tot het deeg als een bal van de bodem loskomt en het droog is.
2 Haal de pan van het vuur en roer met een garde een voor een de eieren door het deeg. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige volledig is opgenomen. Blijf ongeveer 5 minuten roeren tot het deeg belletjes gaat vormen. Schep het in een spuitzak.
3 Bekleed een bakplaat met bakpapier. Spuit het soezendeeg in druppelvorm op het bakpapier. Vorm zwanenhalsjes met de rest van het deeg. Vervang hiervoor het spuitmondje voor een fijner exemplaar. Bak de soezen gedurende 15 tot 20 minuten in het midden van de voorverwarmde oven. Laat afkoelen in een iets geopende oven om een te groot temperatuurverschil te vermijden (anders zakken de soezen namelijk in).
4 Snij de soezen open. Snij het bovenste kapje doormidden en maak hier de vleugels mee. Klop de room en 3 el poedersuiker stijf. Vul er de soezen mee.
5 Zet de vleugels en de halzen op het 'lijfje'. Snij de ananas in blokjes en leg een stukje achteraan, als staart. Bestrooi met poedersuiker.