1 Pel de uien en snipper ze fijn. Pel de teentjes knoflook en pers ze. Schil de appels en snij ze in blokjes.
2 Knip de kip in stukken en haal de filets eraf. Hak de billen in tweeën. Kruid met peper en zout en bak de stukken kip in de hete pan goudgeel in een klontje boter. Voeg de gesnipperde ui en de knoflook toe.
3 Doe het broodkruim erbij en schep goed door elkaar. Kruid met kerriepoeder en kurkuma en laat even aanbakken. Schraap de aanbaksels los en blus met de kippenbouillon en de witte wijnazijn. Voeg de appelblokjes, kandijsuiker en het kaneelstokje toe en laat 20 minuten pruttelen.
4 Zeef de saus. Bind ze met een klontje boter en doe ze dan opnieuw bij de kip. Kook intussen de wilde rijst volgens de instructies op de verpakking en hak de koriander fijn. Meng de koriander met de gekookte rijst.
5 Serveer de kipcurry met de rijst. Werk af met fijngesnipperde lente-uitjes.