2 Doe 100 g suiker met een heel klein beetje water (5cl) in een steelpannetje en verwarm zachtjes tot de suiker volledig opgelost is. Laat op het vuur staan tot de karamel een lichtblond kleurtje heeft.
3 Bestrijk bodem en wanden van vier diepe, ronde ovenschaaltjes (type soufflékommetjes) lichtjes met gesmolten boter. Lepel wat karamel op de bodem.
4 Breng de melk en de room aan de kook in een pot met dikke bodem. Klop in een kom de eieren en de eierdooiers met de fijne suiker en de vanillesuiker wit-schuimig. Schenk er in een dun straaltje de hete roommelk bij. Roer voortdurend.
5 Schenk het mengsel weer in de pot. Zet al roerend op een zacht vuur, tot de crème bindt. Schenk de crème dan door een puntzeef in de kommetjes.
6 Zet de kommetjes tot op halve hoogte in een warmwaterbad tegen de kook aan. Zet ze vervolgens 40 tot 45 minuten in een op 175° C voorverwarmde oven.
7 Laat daarna minstens 2 uur afkoelen. Maak met een scherp mes de crèmetaartjes voorzichtig los van het vormpje. Stort ze meteen op de dessertborden.