1 Snij de wortelen in schuine stukken van zo'n 3 cm lang.
2 Spoel het haantje onder de kraan (binnen- en buitenkant) en doe het in een pan. Overgiet metde bouillon en breng aan de kook. Leg het deksel op de pan, zet het vuur lager en laat 30 minuten pruttelen op middelhoog vuur.
3 Doe de wortelen bij het haantje en laat nog 30 minuten pruttelen. Haal dan het haantje en de wortelen uit de bouillon en laat afkoelen.
4 Ontvel het haantje en haal het vlees van de botten. Snij het in flinke stukken.
5 Doe de kokosmelk en het kerriepoeder bij de bouillon en laat tot de helft inkoken. Bind tot een lichte saus met maïszetmeel losgeroerd in een beetje water. Breng op smaak met peper, zout en chilipoeder.
6 Verhit de olie in een wok en roerbak er de peultjes in. Bestrooi ze met suiker en laat licht karamelliseren.
7 Doe de kip, de wortelen en de peultjes bij de saus en roer er de boter door. Bestrooi met verse koriander en serveer meteen.