1 Verwarm de oven voor op 150°C. Breng 50 ml water met 25 g tagatesse aan de kook en laat inkoken tot een lichtgele siroop. Laat afkoelen.
2 Pers de citroen, doe 2 el van het sap bij de siroop. Schil de appelen, snij ze in vieren en verwijder het klokhuis. Snij elk partje enkele keren in, zodat je een waaiertje krijgt dat onderaan nog aan elkaar hangt. Leg in de citroensiroop en schep om.
3 Roer de boter romig. Voeg de rest van de tagatesse toe en klop tot een luchtig mengsel. Klop er vervolgens één voor één de eieren door. Zeef de bloem met het bakpoeder en een snuifje zout boven de kom en roer door het beslag.
4 Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier, beboter en bebloem de randen. Stort het beslag in de vorm, leg er de appelpartjes in met de ingesneden kant naar boven. Overgiet metsiroop, maar hou nog een beetje siroop over. Bak de cake in ongeveer 1 uur gaar en laat afkoelen op een rooster. Wordt de cake te snel bruin, dek ‘m dan af met aluminiumfolie.
5 Verwarm de rest van de tagatessesiroop met een snuifje fleur de sel en strijk dat over de afgekoelde cake.