1 Verwarm de oven voor op 180°C. Snipper de sjalotten en knoflook fijn. Snij de rode en gele paprika’s in kleine blokjes, hak de noten. Meng het gehakt in een kom en voeg de helft van sjalot en knoflook toe, en ook de paprika’s, gehakte kruiden, noten, tabasco, eieren en verkruimelde beschuiten. Kruid af met peper en zout. Meng tot een geheel en vorm er een langwerpig broodje van. Leg in een ingevette ovenschaal. Bak 45 minuten in de voorverwarmde oven.
2 Kook de risoni in gezouten water volgens de aanwijzing op de verpakking. Giet door een zeef en spoel met vers water. Laat afkoelen.
3 Snij de gegrilde paprika’s (bokaal) in stukken en fruit ze samen met de sjalot en knoflook aan in wat olijfolie. Voeg de groentebouillon toe en laat 10 minuten zachtjes garen. Voeg een scheutje room toe en mix fijn met de staafmixer.
4 Was de radijsjes en snij ze in kwartjes. Verwijder het klokhuis van de appel maar schil hem niet, snij in stukjes. Besprenkel met citroensap om verkleuring te voorkomen. Snijd de augurkjes in kleine stukjes. Spoel en droog de rucola en snijd in hapklare stukjes.
5 Meng de notenolie en olijfolie met de mosterd en de witte wijnazijn tot een luchtige dressing. Kruid met peper en zout. Meng de risoni met de appel, radijsjes, augurkjes, rucola en de rozijnen. Net voor het serveren schenk je er de dressing over. Meng alles nog even door elkaar. Serveer met een plakje gehaktbrood en de paprikasaus.