1 Schil de aardappelen, kook ze gaar in licht gezouten water. Giet af en pureer.
2 Schil de boterraapjes, snij in blokjes. Pel en snipper de sjalotten. Snij het spek in reepjes. Verhit boter in een pan en schroei het everzwijnstoofvlees dicht. Voeg er de spekreepjes aan toe en schep om.
3 Voeg er de sjalotsnippers, de kruiden, de jeneverbessen en de tomatenpuree aan toe en schep goed om. Blus met de rode wijn en laat de alcohol verdampen. Voeg er de fond aan toe, kruid met peper en zout en laat een halfuur sudderen.
4 Verbrokkel de gist en meng met drie vierde van de lauwe melk en de suiker tot de gist is opgelost. Roer de bloem door de aardappelpuree, maak in het midden een kuiltje en giet er het gistpapje in. Kneed tot een glad deeg en laat 45 minuten afgedekt op een warme plaats rijzen.
5 Voeg de confituur en de boterraapblokjes toe aan de wildragout en laat nog 30 minuten op een zacht vuurtje pruttelen.
6 Verdeel het aardappeldeeg in broodjes en leg ze tegen elkaar in een beboterde pan. Giet er de rest van de melk bij en laat 30 minuten op heel zacht vuur garen.
7 Serveer de everzwijnragout met verse rozemarijn en met de aardappelbroodjes.
Hartige everzwijnragout is een recept van Libelle Lekker