1 Pel en snipper de sjalot. Stoof hem glazig in een nootje boter. Doe de sjalot, de peterselie en de gesnipperde salie bij het gehakt en meng goed. Kruid met peper en zout.
2 Verdeel het gehakt over de kalfslapjes. Rol ze op en bind ze vast met keukentouw. Bak de vinken snel goudbruin in boter, en haal ze uit de pan.
3 Pel de uien en snij ze in ringen. Fruit ze in de pan van het vlees. Blus met het bier en de fond. Leg de vinken bij de uien in de pan. Doe er ook de tijm en de laurier bij. Laat 20 minuten garen op een zacht vuurtje. Giet er eventueel wat extra fond bij.