1 Smelt de boter. Strooi er de bloem bij en roer glad. Laat het bloem-botermengsel even bakken. Schenk er de groentebouillon bij en roer met de klopper tot een gladde saus. Doe er de kokosmelk, het kerriepoeder en de kurkuma bij. Kruid met cayennepeper en zout. Blijf omroeren tot de saus indikt. Laat 5 minuten zacht doorkoken en breng op smaak met het limoensap.
2 Kruid de kalkoenlapjes met kerriepoeder, peper en zout. Bak ze 4 minuten, keer ze om en bak de andere kant ook 4 minuten.
3 Hou het vlees warm onder aluminiumfolie. Bak de kokosvlokken kort in de braadpan van de kalkoenlapjes.
4 Verdeel over de borden. Werk af met kokosvlokken en een blaadje Thais basilicum. Serveer de kerriesaus er apart bij.