4 Smelt de chocolade boven een warmwaterbad. Voeg van het vuur geleidelijk de koude boter toe en roer romig. Laat even afkoelen.
5 Klop de eiwitten stijf. Roer de dooiers wit-schuimig met de suiker, roer ze voorzichtig door de afgekoelde chocolade-botermassa. Spatel er dan het eiwitschuim door. Zeef de bloem boven het beslag en meng voorzichtig.
6 Schep het beslag in de bakvorm en strijk glad. Zet 25 tot 30 minuten in de oven, tot de bovenkant droog en lichtjes gebarsten is, maar het midden nog kleverig aanvoelt. Laat afkoelen in de vorm.
7 Verwarm de kersen met het sap in een steelpannetje. Voeg naar smaak meer of minder suiker toe. Roer het maïszetmeel met een snuifje kaneelpoeder glad in een scheutje water of kersensap. Doe bij in de pan en laat indikken.
8 Snij het gebak in 15 vierkanten envervolgens in driehoekjes. Serveer metde kersensaus.