4 Laat de pellen 5 minuten in ongeveer 1 liter water opkomen met een kruidentuiltje van laurierblaadjes, tijm, lente-uitjes en wortel. Giet het kooknat door een zeef.
5 Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Strooi er goed roerend de bloem over. Giet het kookvocht van het garnaalafval al roerend in de pan.
6 Voeg de tomatenpuree bij het kookvocht.
7 Meng de gepelde garnalen, de eierdooier en wat fijngehakte citroentijm in een kom. Roer er met de klopper de room door. Giet er het mengsel van kookvocht en tomatenpuree over.
8 Breng op smaak met cayennepeper, zout, lookpoeder en een scheut jenever. Roer flink om en warm nog even op zonder koken. Serveer zo heet mogelijk.