1 Spoel en ontpit de kersen. Stoof ze samen met de beaujolais, de kersengelei en een thee-ei met daarin de rode peperbessen, kruidnagels en kaneel 10 minuten. Verwijder het thee-ei en laat afkoelen.
2 Spoel 1 sinaasappel grondig onder stromend water. Haal met een dunschiller lange plakjes van de schil. Hak de plakjes tot fijne reepjes. Smelt in een pan 1 el suiker met 1 el water. Voeg er de reepjes aan toe en laat heel lichtjes karamelliseren. Laat de reepjes afkoelen op bakpapier.
3 Maak het beslag. Roer de gezeefde bloem met de melk glad. Voeg er het ei en de vanillesuiker aan toe. Roer weer glad. Bak in een koekenpan, in hete boter of olie, dunne pannenkoekjes.
4 Serveer de pannekoekjes met de afgekoelde of opgewarmde kersen. Werk af met de reepjes sinaasappelschil en takjes munt.