1 Snipper de sjalotten. Snij de bacon in blokjes. Hak de peterselie fijn.
2 Wentel de konijnenbouten door de bloem. Verhit de boter in een braadpan en bak ze goudbruin. Voeg er de gesnipperde sjalotten en de blokjes bacon aan toe en laat zachtjes bakken.
3 Flambeer met de stropkesjenever. Doe er de vleesbouillon bij en laat 45 minuten zachtjes sudderen.
4 Maak ondertussen het garnituur: schil de aardappelen, de courgette en de wortelen en snij ze in blokjes van 1 cm. Laat de groenten gaar worden in een beetje bouillon en hou ze warm.
5 Haal de konijnenbouten uit de pan. Werk de saus af door er de room aan toe te voegen en te laten indikken. Roer de stropkesmosterd door de saus en kruid met peper en zout
6 Leg de bouten op voorverwarmde borden. Lepel er een beetje saus over en schik er de groenten rond. Bestrooi met de gehakte peterselie