Kaastaart met kersen

Ingrediënten

Bereiding

• 1 Pel de amandelen. Halveer en ontpit de kersen. Week en knijp de gelatine. Klop de slagroom op. 
• 2 Klop de eiwitten voor de bodem stijf en voeg er de bruine suiker aan toe. Klop tot er zich glanzende pieken vormen. Meng alle andere ingrediënten en spatel ze door de eiwitten. Stort het mengsel in een ingevette ring (bijvoorbeeld de rand van een springvorm van 24 cm). Bak 25 minuten in een voorverwarmde oven van 180° C. Laat afkoelen en verwijder de ring.
• 3 Meng voor de streusel suiker, amandelen, zout en bloem en roer dit met een houten lepel door de zachte boter, tot er een kruimelachtig deeg ontstaat. Doe over in een schaal en zet minstens een halfuur in de koelkast. Verwarm de oven voor op 175° C. Spreid de streusel uit op een bakplaat met bakpapier en bak de kruimels in 10 minuten goudgeel.
• 4 Kook voor de vulling het water op met de kristalsuiker en laat pruttelen tot de suiker gesmolten is. Laat de siroop afkoelen. Doe er de eidooiers bij en klop tot een wit, luchtig mengsel. Roer de roomkaas goed los met de poedersuiker en voeg er het eiermengsel aan toe. Meng goed. Smelt de gelatine 10 seconden in de magnetron en roer door het kaasmengsel. Spatel er meteen de opgeklopte slagroom door.
• 5 Werk nu snel. Zet de ring van de taartbodem op een platte schaal. Vet ’m lichtjes in met olie. Leg er de taartbodem in. Verdeel er de kersen over. Schep er het kaasmengsel bij. Zet 3 uur in de koelkast.
• 6 Bestrooi voor het serveren met de streusel. Maak met een scherp mes de kaastaart los van de ring en ontvorm. Serveer.