1 Boen de citroen schoon. Snij in flinterdunne plakjes. Kruid de kalkoen met peper en zout. Leg er enkele plukjes tijm op, daarop de plakjes spek. Bind op met keukentouw (of prik vast met enkele vochtige houten prikkers).
2 Leg een viertal citroenplakjes als dakpannetjes op het vlees. Bestrijk de citroenplakjes met olijfolie en druk heel lichtjes uit. Zet het gebraad 30 à 35 minuten in het midden van de voorverwarmde oven op 200° C. Laat 10 minuten rusten voor u het aansnijdt.
3 Fruit de sjalot in de helft van de boter. Blus met de witte wijn en de kippenbouillon. Doe er de rest van de citroenplakjes bij. Laat tot de helft inkoken. Schenk door een zeef en druk de sjaloten citroen goed uit.
4 Werk, van het vuur af, de saus op met vlokjes ijskoude boter. Kruid naar smaak bij met peper en zout.
5 Knip het touw los. Snij het gebraad in vingerdikke plakken. Serveer de hete saus er apart bij in een kommetje.
Kalkoengebraad met citroen en witte wijnsaus is een recept van Libelle Lekker