1 Doe de bloem in een kom en maak in het midden een kuiltje. Breek er de eieren in en schenk er het water bij.
2 Schep wat bloem over de eieren en roer alles flink om met een houten lepel of klopper, tot het mengsel kruimelig wordt.
3 Kneed met de handen (of in een keukenrobot) tot je een vast deeg krijgt. Voeg iets meer water toe als het deeg te droog wordt, iets meer bloem als het te erg kleeft.
4 Vorm een langwerpige rol en snij die in vingerdikke plakken. Rol ze met de deegmachine uit tot dunne pastavellen.
5 Snij ze voor lasagne mooi op maat. Voor spaghetti of tagliatelle stopt u de snijschijf in de machine en haalt u ze er nog een tweede keer door.
6 Bestuif de pasta lichtjes met bloem om te voorkomen dat hij gaat kleven. Gebruik de verse pasta meteen of laat 'm drogen op een rekje.