1 Snij de wortelen in fijne blokjes. Verwijder het bladgroen van de selder en snij de stengels in fijne boogjes. Snipper de ui en knoflook. Pel de tomaten.
2 Verhit in een stoofpot een bodempje olijfolie. Stoof de teentjes knoflook even aan in de hete olie. Voeg de teentjes knoflook toe aan de gesnipperde ui. Doe de selder en de wortelen bij de ui en laat deze even aanstoven.
3 Voeg er het gehakt aan toe en laat alles op een zacht vuurtje aanstoven tot het gehakt mooi kleurt. Schroei het gehakt niet dicht, maar laat zachtjes kleuren. Kruid met voldoende peper en zout.
4 Voeg er na een klein kwartiertje de tomatenpassata aan toe, samen met het blik tomaten. Roer goed en doe de tijm en de marjolein erbij. Laat op een zacht vuurtje een dik uur inkoken. Roer geregeld.
5 Verwarm de oven voor op 180° C. Neem een vuurvaste, rechthoekige ovenschaal en bestrijk de bodem met wat olijfolie. Bedek de bodem met een laagje verse pastavellen en bestrijk de vellen met enkele lepels saus.
6 Lepel er dan wat bechamel over. Daarna volgt een tweede laag met pastavellen, saus en bechamelsaus. Herhaal tot de schaal tot aan de rand gevuld is. Bestrooi de laatste laag pastavellen, saus en bechamelsaus met gemalen Parmezaanse kaas.
7 Bak de lasagne gedurende 45 minuten op 180° C in een voorverwarmde oven. Serveer onmiddellijk.