Cassoulet uit Toulouse

Ingrediënten

Bereiding

• 1 Schil de wortel en snij hem in fijne staafjes. Dompel de tomaten onder in kokend water, pel ze en snij ze in partjes. Verwijder de pitten. Pel de uien en hak ze fijn.
• 2 Pel de teentjes look en plet ze fijn. Neem twee eetlepels vet van het stuk ingemaakte gans. Snij het varkensgebraad in blokjes.
• 3 Snij de worsten van Toulouse in dikke schijven. Bak ze (± 20 min.) goudbruin in een stoofpan met de varkensblokjes en de stukken lamshalsstuk, in het afgenomen vet.
• 4 Voeg er de uien en de wortel aan toe en laat het geheel 10 min. sudderen op een matig vuur. Voeg er dan het vlees van de tomaten, de look en het kruidentuiltje aan toe. Zet het deksel op de pan en laat de bereiding 1 u sudderen op een zacht vuur.
• 5 Kook de bonen (volgens de aanwijzingen van de fabrikant) in kokend water, waaraan u het resterende kruidentuiltje hebt toegevoegd. Laat ze uitlekken en bewaar een pollepel van het kookvocht.
• 6 Haal het vlees van het stuk ingemaakte gans en hak het grof. Doe het samen met de bonen in de stoofpan. Meng alles en giet het in een grote gratineerschotel. Doe er peper en zout op en bestrooi de cassoulet met paneermeel.
• 7 Zet de bereiding 50 min. in een warme oven, th.6-7 (200° C). Vergeet niet de korst meermaals te breken en er een beetje kookvocht van de bonen aan toe te voegen. Dien het gerecht heet op.