Vietnamese lenterolletjes

Ingrediënten

Bereiding

• 1 Snijd de tijgergarnalen op de rugzijde in met een scherp mesje en verwijder het darmkanaal. Pocheer ze 3 minuten in gezouten kokend water. Haal ze met een schuimspaan uit het water en dep ze droog.
• 2 Gaar de glasnoedels volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Laat ze goed uitlekken.
• 3 Schil de wortelen. Snijd ze in dunne staafjes. Spoel de sojascheuten. Schil de komkommer, halveer hem in de lengte en verwijder de zaadjes. Snijd het vruchtvlees in dunne staafjes. Spoel en droog de sla. Snipper grof. Pluk de munt-, baslicum-, en korianderblaadjes van de steeltjes.
• 4 Giet 2 liter lauw water in een grote slakom. Leg een schone, vochtige handdoek op het werkvlak. Dompel ieder vel rijstpapier tien seconden in het water. Laat uitlekken en leg open op het werkvlak.
• 5 Verdeel de kruiden, de groenten, de vermicelli en de garnalen over het midden van de rijstvellen. Laat rondom 5 cm vrij. Vouw eerst de onderzijde van het vel over de vulling. Vouw dan de zijflappen dicht. Rol de lenterolletjes verder strak op .
• 6 Schik de lenterolletjes op een schaal. Zorg ervoor dat ze elkaar niet raken, zodat ze niet aan elkaar kunnen plakken. Leg er een vochtige keukenhanddoek op. Zet koel weg.
• 7 Breng het water aan de kook en los er de suiker in op. Laat een kwartiertje trekken op laag vuur en daarna afkoelen. Roer fijngehakte knoflook en fijngehakt pepertje door de suikerstroop. Roer er de vissaus en het citroensap door. Voeg er vlak voor het serveren de pinda’s door.
• 8 Serveer de rolletjes met de saus er apart bij.