1 Bereid de saus. Rasp hiervoor de gember en bak hem 2 minuten aan op een zacht vuur in een steelpan met de olie. Hak de pindanoten en voeg ze toe, bak nog even verder. Giet vervolgens de hoisinsaus en 1 dl water erbij. Laat 2 minuten sudderen. Neem de pan van het vuur en laat afkoelen.
2 Kook de rijstvermicelli gaar volgens de gaartijd op de verpakking. Giet de vermicelli af in een vergiet en houd hem onder koud water. Laat uitdruipen en voeg de rijstazijn en de suiker toe. Goed mengen.
3 Verwijder de zaadjes uit de komkommer en schil de wortel. Snijd beide in fijne staafjes. Hak de kruiden en het vlees met een groot keukenmes. Snijd de garnalen in twee in de lengte.
4 Dompel één voor één de vellen rijstpapier onder in een grote slakom gevuld met warm water gedurende 15 seconden. Leg ze op een natte uitgewrongen keukenhanddoek.
5 Leg 2 halve garnalen (met de gesneden kant naar boven) in het midden van elk vel rijstpapier. Voeg daar een half blaadje sla, enkele sojascheuten, de vermicelli, het vlees, de staafjes komkommer, wortel en de kruiden bij. Vouw de onderkant van het rijstpapier over de vulling. Plooi vervolgens de 2 zijkanten naar binnen en rol de vulling in het rijstpapier.
6 Maak zo 12 lenterolletjes en rangschik ze mooi op een licht bevochtigde schotel zonder dat ze elkaar raken. Zo vermijd je dat ze aan elkaar plakken. Dien meteen op en serveer er de saus bij.