1 Snij de rapen in blokjes en de prei in schijfjes. Doe de stukjes groente in een kookpan met dikke bodem en laat ze 3 tot 4 minuten aanbraden in hete boter.
2 Bestrooi de groenten met meel en giet er beetje bij beetje de warme bouillon bij. Blijf intussen roeren. Voeg het kruidentuiltje, zout en peper toe.
3 Doe het deksel op de kookpan en laat 10 tot 15 minuten koken op matig vuur: de groenten moeten gaar gekookt zijn. Verwijder na het koken het kruidentuiltje en mix de inhoud van de kookpan.
4 Giet de soep door een zeef: ze moet vloeibaar en homogeen zijn. Schep de rapensoep in voorverwarmde diepe borden; voeg een beetje room toe en bestrooi met de fijngehakte selderblaadjes.