1 Meng de zachte boter en de suiker tot een smeuïge massa. Voeg afwisselend de melk en de bloem toe. Hierna voeg je de 3 eieren, de zeste en de gist toe. Bewerk het deeg met de hand om een zachte en homogene textuur te bekomen.
2 Verwarm de oven voor op 180°C. Bestuif het werkblad lichtjes met bloem. Verdeel het deeg in twee helften en rol het uit met de deegrol. Snij dunne stroken van 25 cm lang en vouw elke strook in twee; draai ze in een vlecht. Zet de twee uiteinden aan elkaar met een beetje water en vorm een ring. Leg de koekjes op een met bakpapier bedekte ovenplaat. Bestrijk met het 4de losgeklopte ei en bestrooi met amandelschilfers.
3 Laat gedurende 15 minuten bruinen in de oven en laat op een rooster afkoelen voor je ze proeft.