1 Snij de droge abrikozen in twee en laat ze 2 u zwellen in een slakom met lauw water.
2 Laat ze daarna uitlekken en 5 minuten kleuren op matig vuur in hete boter.
3 Bestrooi ze met suiker, laat alles karameliseren, giet er de cognac en 2 eetlepels water bij en meng.
4 Bestrooi de kippenbillen met zout en peper en braad ze aan weerszijden goudbruin in hete boter. Laat 20 minuten doorkoken op een zacht vuurtje en dien op in een verwarmde schotel.
5 Giet het braadvet weg en blus de bakbodem met de azijn en de suiker: de bereiding moet lichtjes karameliseren. Voeg de room, de mosterd en de cognac toe.
6 Overgiet de kippenbillen met warme saus, doe er abrikozenmoes rond en dien onmiddellijk op.