1 Doe de suiker met het koude water in een steelpan en laat karamelliseren tot hazelnootbruin. Voeg het hete water toe en laat de karamel daarin oplossen. Kneus de kruidnagels, peperkorrels, kardemompeulen en jeneverbessen in de vijzel. Voeg toe aan de karamel en laat 5 min. zachtjes koken. Schenk de karamel door een zeef in een kom. Voeg de boter toe en roer tot deze is opgelost. Laat afkoelen tot gebruik.
2 Verwarm de oven voor op 170 °C. Halveer het witlof in de lengte en verwijder de harde kern. Zorg ervoor dat de blaadjes aan elkaar blijven zitten. Verhit de olie (in bijvoorbeeld een koekenpan) en bak het witlof met de snijkant naar beneden in 3 min. goudbruin, maar nog niet gaar.
3 Snijd of steek rondjes (gelijk aan het aantal porties die je wilt maken) van Ø 8 cm uit het bladerdeeg. Vouw het bladerdeeg om de halve witlofstronkjes.
4 Bestrijk met een bakkwast (of lepel) 15 x 20 cm van het bakpapier met de karamel en besprenkel met wat zout. Leg het witlof met de snijkant naar beneden op de karamel. Bak de tarte tatins 15 min. in het midden van de oven. Draai de temperatuur naar 160 °C en bak de tarte tatins nog 10 min.
5 Keer de tarte tatins om en verdeel over de borden. Garneer met gemengde sla en wat verkruimelde feta. Besprenkel met olijfolie en serveer.