1 Snijd de aardappelen in gelijke stukken en spoel ze onder stromend koud water af. Breng de aardappelen aan de kook met zo veel water dat ze net bedekt zijn en voeg een flinke snuf zout toe. Draai het vuur lager en houd het water tegen de kook aan. Kook de aardappelen in 15-20 min. gaar, tot de punt van een scherp mes makkelijk door het kruim glijdt.
2 Giet de aardappelen af. Zet de pan terug op laag vuur en stoom de aardappelen in 30 sec. droog. Haal de pan van het vuur, schud de aardappelen om en laat ze afkoelen. Meng voor het kruidenzout het zeezout met het paprikapoeder en de tijm. Schil met een dunschiller 1 reep van de sinaasappelschil, snijd in flinterdunne reepjes en hak fijn. Schep door het zout.
3 Snijd de aardappelen in plakken van 1 cm. Verhit de olie in een koekenpan en bak de aardappelen in 3-4 min. per kant goudbruin en krokant. Voeg op het laatste moment de boter toe en bak nog 1 min.
4 Schep de aardappelen op een schaal en bestrooi met kruidenzout naar smaak.