1 Kook de aardappelen in de schil in water met een snufje zout in 20 min. gaar. Haal de schil van de aardappelen en stamp ze fijn. Prak met een vork de eidooier, de helft van de bloem en een snufje zout naar smaak door de aardappelen. Prak tot een stevig maar niet plakkend 'deeg' ontstaat.
2 Voeg extra bloem toe als het deeg nog plakt. Rol van het deeg strengen van 1 cm doorsnee. Snijd deze in stukjes van 2 cm. Bestuif tijdens het uitrollen en maken van de gnocchi het werkvlak en het deeg regelmatig met bloem zodat het niet plakt.
3 Druk met een vork ieder stukje deeg in. Leg de gnocchi op een met bloem bestrooide grote schaal of snijplank. Leg ze niet op elkaar.
4 Breng in een pan ruim water aan de kook. Strooi de rest van het zout in het kookwater. Kook de gnocchi in 3-4 min. gaar; de deegballetjes zijn gaar als ze boven komen drijven. Schep ze met een schuimspaan uit de pan op een warme schaal of borden.