1 Breng in een steelpan 100 g basterdsuiker met het citroensap, het kaneelstokje en 100 ml water aan de kook. Laat op laag vuur in 10 min. tot siroopdikte inkoken. Roer er de honing door en laat de siroop afkoelen.
2 Verwarm de oven voor tot 200 °C. Hak in een hakmolen of keukenmachine de noten met de overige basterdsuiker en de gemalen specerijen fijn. Of hak de noten met een mes fijn en meng er de overige suiker en specerijen door.
3 Smelt de boter. Neem een vel filodeeg. Dek de rest van het deeg af met een vochtige doek of keukenpapier; filodeeg droogt snel uit! Besmeer het deegvel dun met gesmolten boter. Schep in het midden 1/10 van het notenmengel. Rol het deeg één slag om het notenmengsel, vouw de zijkanten over de vulling en rol het deeg verder op. Leg het rolletje op de bakplaat. Maak zo nog negen rolletjes. Bestrijk ze rondom met boter.
4 Bak de baklavarolletjes in de oven in 15 min. goudbruin en krokant. Leg ze op een schaal en lepel er royaal honingsiroop over. Hak de pistachenoten fijn en strooi ze over de baklavarolletjes. Serveer ze lauwwarm of op kamertemperatuur.