1 Breng een pan ruim water met het laurierblaadje en bouillontablet aan de kook. Kook de ui 7 min. in de groentebouillon. Neem de pan van het vuur en laat de ui in de bouillon afkoelen.
2 Verwarm de oven voor tot 210 °C. Neem de ui uit de bouillon en laat goed uitlekken. Smelt in het ovenschaaltje op laag vuur de boter. Voeg de suiker toe en laat lichtbruin kleuren (= karameliseren). Verdeel de ui over de karamel.
3 Rol het deeg uit tot een ronde lap ter grootte van de vorm. Leg het deeg op de ui en stop tussen de ui en de rand goed in.
4 Bak de taart 20 min. in de voorverwarmde oven, tot het deeg goudbruin en krokant is. Haal zodra de taart uit de oven komt, een mes langs de rand. Leg een bord op de vorm en keer ze samen om. Pas op: de karamel is heet! Snijd de taart in punten en serveer.