1 Laat de boter op een zacht vuur smelten in een pan. Fruit er de ui glazig in en voeg dan de bloem toe. Meng krachtig met de klopper tot een glad papje. Voeg geleidelijk de warme bouillon toe en klop tot je een glad mengsel krijgt. Haal de pan van het vuur en roer de garnalen door het beslag. Kruid naar smaak met zout en peper.
2 Giet het beslag in een ondiepe schaal, laat afkoelen en zet dan 4 u in de koelkast.
3 Verhit de frituurolie tot 180°C. Verdeel het beslag in 15 stukjes en vorm er met vochtige handen kroketten van. Rol ze eerst door het losgeklopte ei en dan door het paneermeel. Frituur ze goudbruin in de hete olie en laat ze uitlekken op keuken- papier. Dien de garnaalkroket- ten op met de gefrituurde peterselie, partjes citroen en enkele grijze garnalen als afwerking.