1 Spoel de bulgur, giet hem bij de bouillon, breng aan de kook en laat 15 min. afgedekt sudderen. Laat uitlekken. Blancheer de bloemkoolroosjes en de venkel en spoel onder koud water.
2 Meng de olijfolie met het citroensap, de honing en de granaatappelsiroop. Kruid met peper en zout. Meng de peterselie met de munt, de noten en de granaatappelpitten. Besprenkel met de saus en laat 30 min. marineren.
3 Bak de patrijs aan alle kanten goudbruin en kruid met peper en zout. Leg in een ovenschaal en leg er enkele klontjes boter op. Bak 20 min. in een voorverwarmde oven van 180 °C. Schep de bulgur in de glaasjes, met een stukje borst en bout van de patrijs.