1 Leg 5 middelgrote aardbeien opzij; spoel de overige, verwijder het kroontje en snij in heel kleine blokjes. Meng met de suiker.
2 Vraag aan een volwassene om je te helpen om de confituur te mixen: de confituur moet glad en een beetje vloeibaar worden. Giet in een kom, voeg de mascarpone toe en prak goed met een vork. Schenk er de verse room bij, meng eerst met een vork, vervolgens met de mixerkloppers tot de room smeuïg is; voeg eventueel de voedingskleurstof toe.
3 Knip, indien nodig, de kanten van de wafels gelijk met de schaar, zodat ze een regelmatige vorm krijgen. Leg 6 wafels (dicht tegen elkaar) op een serveerschotel. Schep er 1/3 van de aardbeien op (ook een beetje sap) en vul alle gaatjes.
4 Neem 6 andere wafels, bestrijk rijkelijk met room en leg omgekeerd op de eerste laag. Vul ook de ruimtes tussen de wafels met de room. Herhaal alles tot je 3 lagen aardbeien en room tussen 4 lagen wafels bekomt.
5 Bestrijk de taart helemaal met de resterende room, leg er vershoudfolie over (niet te fel drukken zodat je de room niet beschadigt) en laat 24 uur rusten in de koelkast (de taart wordt zacht).
6 Versier, net voor het opdienen, met snoepjes, munt en de opzij gelegde en in schijfjes gesneden aardbeien.