1 Snij de kippenfilets met een scherp mes in fijne lapjes. Bak ze, op een vrij hoog vuur, in een sauteerpan met de olie en de boter. Neem ze uit de pan wanneer de beide kanten goudbruin zijn en leg op een bord. Je zal meermaals moeten bakken en indien nodig, olie toevoegen.
2 Giet de wijn in de pan en roer de aanbaksels los. Voeg 35 cl water en het verkruimelde bouillonblokje toe. Laat, op een hoog vuur, tot de helft inkoken. Draai het vuur lager, roer het bindmiddel door de saus, doe er 4 à 5 eetlepels citroensap bij en de uitgelekte kappertjes.
3 Leg de kippenlapjes terug in de pan, voeg de fijngehakte peterselie toe en laat nog 2 min. sudderen. Breng op smaak met peper en zout en dien warm op met verse pasta en een groene groente.