1 Breng het water met de verkruimelde bouillonblokjes in een grote kookpot aan de kook. Snij de spareribs in stukken van 3 of 4 ribben en voeg ze toe aan het kokende water. Laat 15 min. afgedekt op zacht vuur sudderen (te rekenen vanaf het hernemen van het kookpunt). Giet af.
2 Giet de honing en het sap van de citroen in een grote schaal, roer goed los, voeg dan de ketchup toe, de vermout, de olie, de specerijen, zout, peper, de geraspte gember, de gehakte ui en het geperste lookteentje. Meng goed.
3 Wentel de spareribs in de marinade, dek de schaal af en zet 2 uur in de koelkast.
4 Laat de spareribs uitlekken. Laat ze 15 min. op de barbecue (of in de oven, voorverwarmd op th. 7 – 210°C) grillen tot ze goed gekaramelliseerd zijn, draai ze af en toe om en bestrijk ze regelmatig met de marinade.
5 Serveer warm met een aardappelsalade en rauwkost.