1 Schil de gember. Pel de knoflook en hak grof samen met de gember. Maak de lente-uitjes schoon en snijd in ringen, houd een handvol ringetjes apart voor de afwerking.
2 Zet een pan op het vuur met de sojasaus, de fish sauce, de gember, de knoflook, de lente-ui en ½ kl kurkuma. Giet er 8 dl water bij en breng aan de kook. Laat 15 minuten pruttelen op een zacht vuur.
3 Haal van het vuur en giet de bouillon door een zeef. Zet even apart.
4 Snijd de kip in blokjes. Kruid met peper en zout en bak ze mooi goudbruin en gaar in wat olijfolie. Kruid met een snufje kurkuma.
5 Kook de sobanoedels gaar volgens de instructies op de verpakking.
6 Breng water aan de kook en dompel de peulerwten erin gedurende 2 à 3 minuten. Koel ze af onder ijswater om het kookproces te stoppen en de kleur te bewaren. Bak ze kort op in wat olijfolie.
7 Laat de tofu zorgvuldig uitlekken en snijd in blokjes.
8 Verdeel de sobanoedels over diepe kommen, schik er de kip, de blokjes tofu en de peultjes op en giet dan de zelfgemaakte bouillon erover.