2 Laat de linzen uitlekken en spoel ze onder koud water. Laat ze vervolgens nog een keer uitdruipen. Meng ze met het ei, een halve fijngehakte ui, de gehakte spinazie en de parmezaan. Voeg zout en peper toe. Verwarm een scheutje olie in een anti-aanbakpan. Leg vier hoopjes van de mengeling in de warme pan, gescheiden van elkaar. Laat ze op een zacht vuurtje bakken en druk ze plat om burgers te vormen. Draai ze voorzichtig om wanneer de mengeling aan elkaar blijft hangen.
3 Schil de wortel ondertussen en snijd hem in flinterdunne reepjes met een dunschiller. Hak de koriander fijn. Snijd de rest van de ui in fijne ringen. Snijd de halve appel in fijne schijfjes en sprenkel er citroen over. Snijd de naanbroodjes doormidden.
4 Bedek een bakplaat met bakpapier en leg de burgers erop. Beleg elke burger met een half sneetje kaas en leg er de halve broodjes rond. Steek dit alles een paar minuten in de oven tot de kaas gesmolten is.
5 Meng ondertussen de yoghurt en de kruiden. Breng op smaak indien nodig.
6 Leg elke linzenburger op een half broodje. Garnier met appel, korianderblaadjes, wortelreepjes en rode ui. Doe er een toefje saus bovenop en sluit de broodjes. Klaar om te smullen.