1 Ontdoe het konijnenvlees van de beenderen. Leg 400 g konijnenvlees in een schotel, kruid en overgiet met cognac. Voeg salie en laurier toe en laat gedurende 2 uur marineren. Draai het vlees geregeld om.
2 Doe de rest van het konijnenvlees door de gehaktmolen of snijd het fijn met een mes. Snipper de sjalot en de look. Hak de pistachenoten grof. Meng konijnenvlees, kalfsgehakt, varkensgehakt, 3 fijngehakte salieblaadjes uit de marinade, pistachenoten, eieren, zout en peper in een kom.
3 Bekleed de binnenkant van een terrine met plakjes spek die je gedeeltelijk laat overlappen. Vul de terrine afwisselend met de mengeling en de gemarineerde stukken konijnen. Druk goed aan. Vouw de plakjes spek over de bovenzijde en leg er een laurierblad op. Doe daarna het deksel op de terrine.
4 Verwarm de oven voor op 150°C.
5 Bereid een soepel deeg met bloem en water (500 g). Verspreid het over de rand van het deksel en druk goed aan. Zet de terrine in een grote, diepe kom waarin je kokend water giet. Zet 100 min. in de oven. Haal de terrine uit de oven en laat ze een nacht rusten vooraleer je het deeg eraf haalt, het deksel opent en de terrine in plakken snijdt.