1 Halveer een vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Meng de witte wijn, zonnebloemolie, suiker en het vanillemerg in een mengkom. Rasp de schil van de citroen. Meng bakpoeder, zout en citroenrasp door de bloem. Roer het droge mengsel door het natte mengsel tot het samenkomt. Kneed het geheel tot een soepel deeg. Dek het deeg af met plasticfolie en laat circa 30 minuten rusten in de koelkast.
2 Verwarm de oven voor op 160°C. Rol het deeg uit tot een pil en verdeel in gelijke stukjes. Rol de stukjes deeg tot kleine stokbroodvormpjes met dunne uiteinden. Wentel de koekjes door de suiker en plaats op een met bakpapier beklede bakplaat. Maak een kleine inkeping in elk koekje. Bak de koekjes in circa 20 minuten goudbruin en gaar.