1 Smelt de boter. Meng de melk met de bloem, suiker en zout. Roer de eieren en de gesmolten boter erdoor. Verhit een scheutje olie in een anti aanbakpan. Giet een lepel beslag in de pan en bak dunne flensjes.
2 Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Houd een scheutje melk achter en breng de rest van de melk met het vanillemerg en de helft van de suiker aan de kook. Roer in een kom de eidooiers met de rest van de suiker en het scheutje melk los en roer de bloem erdoor. Roer de warme melk door het eimengsel, schenk terug in de pan en roer goed door. Breng de banketbakkersroom aan de kook en gaar op laag vuur circa 3 minuten. Laat de banketbakkersroom afkoelen tot het lauwwarm is. Rasp de schil van de sinaasappel, halveer en pers het sap eruit. Voeg samen met de sinaasappellikeur toe aan de banketbakkersroom.
3 Verwarm de oven 180 ºC. Klop de eiwitten met de suiker stijf. Spatel het schuim door de banketbakkersroom. Verdeel de banketbakkersroom op de helft van een flensje en vouw dicht. Bak de flensjes op een met bakpapier beklede bakplaat circa 10 minuten goudbruin en gaar zodat de flensjes gesouffleerd zijn. Bestrooi met poedersuiker en serveer direct.