1 Verwarm de oven voor op 220 °C. Verwarm het water tot lauwwarm en voeg de gist en de suiker toe. Zeef de bloem boven het werkblad, voeg het zout toe en maak een kuiltje in de bloem. Schenk de olijfolie en het gistmengsel in het kuiltje en kneed beetje bij beetje de bloem erdoor tot een soepel en elastisch deeg. Vorm een bol van het deeg en plaats deze in een ingevette kom. Dek de kom af met plasticfolie en laat op een warme plaats rijzen tot dubbel volume.
2 Druk de lucht uit het deeg en rol op een met bloem bestoven werkblad uit tot een zeer dunne rechthoekige lap. Plaats de lap deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrijk de bovenkant met olijfolie. Strooi er wat za’ atar en zout over en bak het deeg in circa 10 minuten goudbruin en gaar. Laat afkoelen en breek de plaat in grote stukken.