1 Meng de bloem, suiker, kaneel, een snufje zout en de boter snel en met een koele hand tot een deeg. Voeg eventueel wat water of melk toe als het deeg te droog is. Laat het deeg 30 minuten afgedekt rusten in de koelkast.
2 Verwarm de oven voor op 160°C. Rol het deeg tot een halve cm uit op een met bloem bestoven werkblad. Steek er 16 cirkels uit, 1 centimeter breder dan een plak appel. Leg 8 cirkels op de bakplaat. Steek de klokhuizen met een appelboor uit de appels en snijd de appels in 8 plakken. Leg de appelplakken op de deegcirkels en vul de holtes met een stukje spijs. Bestrijk de randen van het deeg om de appel met wat ei en bedek met de overige 8 deegcirkels. Druk de randen goed op elkaar. Bestrijk de koeken met ei. Bak de koeken in circa 30 minuten gaar en goudbruin in de oven. Laat afkoelen op het bakpapier. voedingswaarde