1 Meng de bloem met de rozemarijn, een snufje zout en versgemalen peper. Wrijf de boter er met de vingertoppen doorheen tot een kruimelig deeg. Voeg de melk of wat water toe en kneed snel tot een soepel deeg. Dek het deeg af en laat minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. Snijd de stronkjes witlof in de lengte door en verwijder de harde kern. Verwarm de boter met de suiker en salie in een pan met deksel en leg de witlof erin. Laat afgedekt in circa 5 minuten zachtjes smoren en licht karamelliseren. Draai de witlof tussendoor om. Laat even afkoelen.
2 Verwarm de oven voor op 200°C. Rol het deeg uit tot een grote lap. Leg het deeg in de taartvorm en druk het in de randen goed aan. Snijd het deeg net boven de rand bij en leg er bakpapier en de blindbakvulling in. Bak het deeg circa 15 minuten in de oven tot het stevig aanvoelt maar nog niet is verkleurd. Verwijder het bakpapier met de blindbakvulling. Verdeel de gekaramelliseerde witlof over het deeg en leg de camembert met de snijkant naar boven ertussen. Bak de taart nog 15-20 minuten in de oven tot de kaas licht verkleurd is. Laat een beetje afkoelen voordat je de taart aansnijdt.