1 Verwarm de oven voor op 180ºC. Klop in een kom de boter, vanillesuiker, 100 gram basterdsuiker en een snuf zout luchtig en voeg al kloppend 1 ei toe. Voeg het bakmeel toe en meng tot een samenhangend deeg. Rol het deeg uit en bekleed de springvorm met 2/3 van het deeg. Prik met een vork gaatjes in de bodem en bestrooi met het paneermeel. Meng de appels met de kaneel, overige suiker, rozijnen, custard en rozemarijn en schep de appelvulling op de bodem. Rol het overige deeg uit tot een lap. Snijd met een mes vormpjes (bijvoorbeeld herfstblaadjes) uit het deeg en leg de deegvormpjes op de appelvulling. Klop het overige ei los en bestrijk met een kwastje de deegvormpjes. Bak de taart in de oven in 1 uur en 15 minuten goudbruin en gaar. Neem uit de oven, laat een beetje afkoelen en bestuif met poedersuiker. Lekker met een bolletje room- of kaneelijs.
2 Teken op dik papier of karton een herfstblaadje en knip uit. Dit vormpje kun je nu als een mal gebruiken om het deeg uit te snijden.