1 Bestrooi de entrecotes met zout en peper. Verwarm de wijn met de tijm en kook hierin zachtjes de sjalotjes. Laat de wijn inkoken tot 2/
3
2 Bak de entrecotes in 1 eetlepel boter 2-3 minuten per kant. Schep ze uit de pan en houd ze warm. Rooster de garnalen even in het braadvet. Schep de sjalotjes uit de wijn. Bind de wijn al kloppend met koude klontjes boter. Voeg citroensap en zout en peper naar smaak toe. Serveer de entrecotes op warme borden. Schep de sjalotjes en de garnalen erop en verdeel de saus rond het vlees.Hoofdgerecht voor 2 personen
3 Lekker met gebakken krieltjes in de schil en een groene salade.