1 Maak de mandarijntjes en citroenen schoon; de laatste door de boven- en onderkant eraf te snijden, de schil eraf te snijden en de partjes eruit te halen. Verwarm de suiker met 50 ml water en zorg dat de suiker geheel is opgelost. Giet deze suikersiroop over de mandarijnen- en citroenpartjes. Laat het mengsel 24 uur marineren. Kneed bloem, tarwegriesmeel, water en zout tot een stevig deeg voor de puri. Rol het deeg met de deegroller uit tot een dunne lap van enkele millimeters dik. Steek hier, bijvoorbeeld met een eierdopje, rondjes uit van 5 cm ø. Giet 10 cm frituurolie in een diepe pan of wok of gebruik de frituurpan.
2 Verhit de olie tot 170°C. Frituur de deegrondjes één voor één. Zodra ze boven komen drijven moeten ze met een beetje frituurolie worden besprenkeld, zodat ze het beste poffen. Maak een gaatje in de puri’s met de achterkant van een lepel en vul ze met het vruchtenmengsel.Verdeel de kwark erover.24 uur marineren
3 Vervang de mandarijnen en citroenen eens door tuttifrutti.