1 Vet de springvorm in met wat boter of olie en bestuif met een beetje bloem. Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien en verdeel ze over de springvorm. Druk de randen goed aan en laat het deeg over de rand hangen. Zet de vorm in de koelkast zodat het deeg kan opstijven. Bak de spekblokjes in een droge koekenpan uit. Breng een pan met water en zout aan de kook en blancheer hierin de bloemkool en winterwortel 2 minuten. Spoel koud af en laat uitlekken. Schep de spekjes uit de pan en verwarm nog een eetlepel boter in de pan. Fruit de knolselderij- en pompoenblokjes circa 5 minuten. Verwarm de oven voor op 200°C.
2 Klop de eieren los met de room, zout, peper en nootmuskaat en schep hier alle groenten en spekjes doorheen. Giet alles in de springvorm en bestrooi met de geraspte kaas. Vouw het overhangende deeg losjes terug over de groenten en bak de taart in 30 à 40 minuten gaar en bruin. Laat de taart even rusten voordat hij wordt aangesneden.